Foto's, audiovisueel materiaal, verhalen over Cornelis Vreeswijk
Cornelis Hommage
23-04-2002 Het Parool
'Over honderd jaar spelen we hem nog steeds'

De grootste bard aller tijden in Zweden is Carl Mikael Bellman, die leefde van 1740 tot 1795. Hij bespotte het toenmalige Zweedse Hof, beschreef de bittere armoede die toen in Zweden heerste, en zong ook over zijn eigen drankzucht. Hij wordt nog steeds vertolkt in Zweden. In juli is er in Stockholm al jaren lang een Bellman-dag waar zijn liederen worden gezongen door hedendaagse artiesten.

Ik heb in Zweden gewerkt als correspondent van Nederlandse media, van eind '79 tot eind '85. Daar heb ik Cornelis Vreeswijk leren kennen en gezien hoe groot deze man was en is. Ik heb hem vele keren geïnterviewd en we zijn vrienden geworden.
Begin jaren '80 hoorde ik op de Zweedse radio een uitzending met een aantal culturele experts. De vraag lag voor: we hebben in Zweden een lange traditie van troubadours, te beginnen met Bellman, maar wie van de hedendaagse dichters/zangers/schrijvers horen we nog over honderd jaar? Het culturele panel was unaniem in hun oordeel: alleen Cornelis Vreeswijk.

De opvatting dat deze Cornelis Vreeswijk heel bijzonder was, is niet alleen aan de culturele elite voorbehouden. Sinds zijn overlijden, in 1987, eren de Zweden hem met een eigen 'Vreeswijk-dag', rond zijn geboortedag op 8 augustus. Zijn werk wordt dan vertolkt door Zweedse artiesten en bij elk lied zingt iedereen mee. Hij was hun Cornelis, uit eerbied noemen de Zweden hem 'Mästare Cees', 'Meester Cees'.

Voor mij was hij Kees: een Hollander die als 12-jarig jongetje met zijn ouders, in 1949, naar Zweden verhuisde. Die altijd Nederlander is gebleven, die in het Nederlands heeft geschreven en gezongen, zeker. Maar dat Nederlandse werk is maar een schijntje van wat hij in het Zweeds heeft gemaakt. Tientallen platen en honderden liedjes heeft hij in het Zweeds nagelaten. Plus een aantal gedichtenbundels. En wij, in Nederland, kennen er maar een fractie van. De Zweden beschouwen hem als één van hun grootste culturele verworvenheden. En wij, in Nederland?

Zweden heeft die lange traditie van troubadours, van dichters die soms diep in de wouden verborgen woonden en de mooiste gedichten en ballades maakten. 'Wouddichters' worden ze wel genoemd. Kees maakte zijn laatste Nederlandse LP in 1982, ik heb hem tijdens de opnames daarvan onze eigen 'Wouddichter' of 'Woudzanger' genoemd. Hij zag het als een eretitel.

Deze man, onze Kees, heeft een ongelooflijk rijke culturele schat nagelaten. Ook hij, net als Bellman, bespotte het Zweedse Hof, op een manier die ons, Nederlanders, zou aanspreken. Ook hij beschreef, net als Bellman, de onderkant van de samenleving. En ja, ook hij beschreef zijn eigen drankzucht.
Kees is maar 50 jaar oud geworden. Zijn culturele erfgoed is tot nu toe voor het grootste deel alleen aan de Zweden voorbehouden, omdat het in het Zweeds is geschreven. Maar die schat gaat ontsloten worden door het uitbrengen van een CD met Nederlandse artiesten die uit het Zweeds vertaald werk van hem zingen.

Deze man heeft naast het schrijven van al die liederen en gedichten ook nog kans gezien om een uitbundig leven als mens te leiden. In Zweden bestaat een theaterproductie waarin zijn levensverhaal wordt verteld, ondersteund door een artiest die Vreeswijk-liederen zingt. Leven en werk van Cornelis Vreeswijk verdienen het om ook in Nederland te worden verteld en gezongen. Op CD en op het toneel.

Peter Verschoor, 16 oktober 2000.
Stacks Image 17